BOGOTA, zaterdag
Op hetzelfde moment
dat het Colombiaanse leger donderdag een groot offensief
ontketende tegen guerrillacellen in de stad Medellin, verklaarde
president Alvaro Uribe zich voor het eerst bereid met de rebellen
te praten. Hij zei het als zijn plicht te beschouwen te blijven
zoeken naar een vreedzame ontknoping van het conflict en stelde
een „humanitair akkoord” voor om de burgerbevolking te vrijwaren
van „zinloze geweldplegingen”.
Deze voorzichtige eerste toenaderingspoging van de tot
dusver oorlogszuchtige president Uribe valt samen met een
militaire operatie die de arme voorsteden van Medel-Un moet
zuiveren van guerrilla-invloeden. De krottenwijken van de
industriestad zijn al jarenlang een broeinest van revolutionair
verzet. Het leger omsingelde eerder deze week de zogeheten Wijk 13
waarvan een deel in handen is van het Nationale Bevrijdingsleger
(ELN) en het andere toebehoort aan de Revolutionaire
Strijdkrachten (FARC). Duizenden inwoners van Wijk 13 zijn op de
vlucht geslagen, hetgeen de gemeente er gisteren toe bracht een
humanitaire noodtoestand af te kondigen. |
|
Aan de operatie nemen ongeveer 3000 soldaten deel die het
stadsdeel nauwgezet uitkammen. Gevechtshelikop ters patrouilleren
boven de sloppenbuurt en schoten met raketten reeds enkele
vermeende schuilplaatsen van de guerrillastrijders in puin. Bij
confrontaties op de grond zijn vijftien rebellen doodgeschoten.
Tijdens een huiszoeking vonden de militairen gisteren een
clandestiene gevangenis waar de FARC enkele voor losgeld ontvoerde
zakenmensen vasthield. Ze kwamen ongedeerd vrij.
 |